Thema 3: Machineveiligheid

> arbocatalogus machine veiligheid

BIJLAGE A    Overzicht van oplossingen voor machineveiligheid

A.1        Gevaar wegnemen – Vervangen van risicovolle machines of onderdelen

Type oplossing: Bronmaatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 1

Beschrijving maatregel

Bekijk of een risicovolle machine of risicovolle onderdelen van een machine vervangen kan/kunnen worden door een veiliger alternatief. Het is ook mogelijk dat alleen enkele onderdelen van de machine risicovol zijn.

 

A.2        Gevaar wegnemen – Verscherpt inkoopbeleid

Type oplossing: Bronmaatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 1

 

Beschrijving maatregel

Het vermijden van risico’s ten aanzien van machineveiligheid door een goed inkoopbeleid.

Toelichting

Besteed aandacht aan de voorkant van je productieproces – de inkoop – om vooraf vast te stellen of risico’s op het gebied van machineveiligheid vermeden kunnen worden. Schakel voordat een nieuwe machine of ander arbeidsmiddel wordt aangeschaft gebruikers (zoals operators, medewerkers technische dienst), interne arbo deskundigen (zoals preventiemedewerker, veiligheidskundige) en eventueel externe arbokerndeskundigen in.

Aandachtspunten hierbij zijn:

• Breng samen met enkele betrokken werknemers de inkoopeisen in kaart, dit zijn de eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid waaraan het nieuwe arbeidsmiddel dient te voldoen. Houd rekening met aspecten rondom veilig ontwerp van machines, veilige werkplekinrichting voor de machine, onderhoud en energieverbruik en aspecten zoals lawaai, trillingen, gevaarlijke stoffen, straling.
• Betrek enkele betrokken medewerkers bij de inkoop, bijvoorbeeld door hen deel te laten nemen aan het overleg met de leverancier en/of door hen mee te laten gaan bij een bezichtiging van de aan te schaffen machine;
• Plaats -zo mogelijk- een proefopstelling van het nieuwe arbeidsmiddel in het bedrijf en vraag om reacties van betrokken werknemers;
• Leg de stappen vast in een inkoopprocedure, zodat duidelijk is hoe deze aspecten bij de aanschaf worden geïnventariseerd en welke partijen daarbij betrokken moeten worden (gebruikers, interne arbokerndeskundigen, externe deskundigen).

 

A.3        Inherent veilig ontwerp – Volledig reduceren van risico’s

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 2

Beschrijving maatregel

Het volledig reduceren van risico’s ten aanzien van machineveiligheid door het nemen van maatregelen vanuit het ontwerp. Dit is een set van maatregelen die gezamenlijk ervoor zorgen dat de risico’s volledig gereduceerd worden en onder geen enkele gebruiksfase (schoonmaak, onderhoud, productie) kan leiden tot letsel of gezondheidsschade.

Toelichting

Als voorbeeld nemen we een snijplotter. De snijplotter gebruikt een bewegend mes om vormen en letters uit dunne materialen te snijden volgens een digitaal ontwerp.

De snijplotter wordt inherent veilig ontworpen door:

• Beperking van mesuitsteking: het mes steekt minimaal uit, genoeg om het materiaal te snijden maar niet diep genoeg om ernstig letsel te veroorzaken bij contact met de gebruiker.
• Automatische mesintrekking: het mes trekt automatisch in wanneer de plotter niet actief snijdt.
• Bewegingsbeperking: de bewegingssnelheid van het mes en de plotterarm zijn beperkt tot een veilig niveau.
• Afscherming plotter: een transparante beschermkap over het snijgebied, die automatisch sluit wanneer de plotter in gebruik is, voorkomt dat de gebruiker het mes kan bereiken tijdens gebruik.
• Dubbele activeringsknoppen: door de gebruiker te verplichten om dubbele activeringsknoppen tegelijkertijd in te drukken, moeten de handen van de gebruiker op veilige afstand van het snijgebied worden gehouden.
• Automatische materiaaldoorvoer: een automatische materiaalinvoer- en uitvoersysteem voorkomt dat de gebruiker zijn/haar handen in de buurt van het snijmes hoeft te brengen tijdens het laden of verwijderen van het materiaal.
• Laag geluidsniveau: de machine de machine werkt op een laag geluidsniveau om gehoorbeschadiging te voorkomen.

 

A.4        Beveiliging en aanvullende bescherming – Afschermingen

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 3

Beschrijving maatregel

Plaatsen van vaste of wegneembare afscherming om ongelukken door aanraking van bewegende delen van een machine te voorkomen.

Toelichting

Vaste afschermingen

Vaste afscherming (in de vorm van beschermkappen of hekken) is effectief voor bewegende delen waar gedurende normaal gebruik geen toegang nodig is. Onder een vaste afscherming wordt een afscherming verstaan die in dezelfde gesloten positie blijft. Een vaste afscherming moet permanent vast bevestigd zijn of door middel van schroeven of bouten en moeren, zodat de afscherming zonder gereedschap niet te openen of te verwijderen is. Vaste afscherming is gemaakt van bijvoorbeeld staalplaat of polycarbonaat. Indien mogelijk dient het ontwerp zodanig te zijn, dat de afscherming zonder de vaste verbindingen niet op zijn plaats blijft zitten (positieve locatie).

Verder moeten afschermingen:

• Stevig zijn uitgevoerd.
• Stevig op hun plaats worden gehouden.
• Geen bijkomende gevaren met zich brengen.
• Niet op eenvoudige wijze omzeild of buiten werking gesteld kunnen worden.
• Voldoende ver van de gevarenzone verwijderd zijn.
• Het zicht op het werk zo min mogelijk belemmeren.
• De toegang voor (onderhouds)werkzaamheden niet belemmeren.
• Bescherming bieden tegen het wegspringen of vallen van materialen en tegen emissies uit de machine.

 

Vaste afschermingen moeten zodanig zijn bevestigd dat zij alleen met behulp van (speciale) gereedschappen kunnen worden geopend of verwijderd. Bij demontage moeten de bevestigingsmiddelen met de afschermingen op de machine verbonden blijven, om te voorkomen dat zij kwijtraken. Denk bijvoorbeeld aan lasmoeren.

Beweegbare afscherming

Een beweegbare afscherming is effectief voor bewegende delen waar gedurende normaal gebruik frequente toegang toe nodig is. Denk bij beweegbare afscherming bijvoorbeeld aan scharnierdeuren, schuifdeuren, opheffende of neergaande schermen, of rolgordijnen.
Het principe van beweegbare afscherming is dat deze is gekoppeld aan een functieblokkering. Deze functieblokkering schakelt (een deel van) de machine naar een veilige stand zodat toegang mogelijk is. Beweegbare afscherming dient zoveel mogelijk aan de machine bevestigd te blijven (meestal door middel van scharnieren) ook in geopende stand. De functieblokkeringsinrichting verhindert dat bewegende delen op gang kunnen worden gebracht zolang deze delen bereikbaar zijn. Ook stopt de beweging van deze delen zodra de schermen geopend worden. Voorbeelden van functieblokkeringen zijn nokschakelaars, vorkschakelaars, circuitonderbreker via stekker of magneetschakelaars.

Verder moeten beweegbare afschermingen:

• Zoveel mogelijk met de machine verbonden blijven, wanneer geopend.
• Zo zijn ontworpen dat ze alleen door een opzettelijke handeling kunnen worden versteld.
• Gecombineerd zijn met een vergrendeling:

• • Die voorkomt dat de machine start totdat de afscherming gesloten is.
  • Die een opdracht tot stopzetting geeft wanneer de afscherming niet meer gesloten is.
  • Die de afscherming gesloten en vergrendeld houdt totdat het risico van verwonding door de gevaarlijke delen is geweken. Hierbij wordt rekening gehouden met de naderingssnelheid van een persoon richting het gevaar.

 A.5        Beveiliging en aanvullende bescherming – Detectievoorziening

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 3

Beschrijving maatregel

Toepassen van detectievoorzieningen, zoals ESPE’s (lichtschermen) of (vlak)scanners bij een machine, indien afscherming door het ontwerp niet mogelijk is.

Toelichting

Detectievoorziening is een vorm van beveiliging, gekoppeld aan een (nood)stopfunctie van de besturing van de machine. Bij detectie van een persoon of object in een van de voorzieningen, ontstaat een (nood)stop om te voorkomen dat een persoon wordt blootgesteld aan gevaren. Hierbij moet rekening gehouden worden met de naderingsnelheid van de persoon richting een gevaar en de stoptijd van de gevaarlijke delen. De detectoren moet dus voldoende ver van de gevarenbron geplaatst worden.

Na activering van een stopfunctie door een detectievoorziening, dient de machine handmatig te worden gereset, om te voorkomen dat een persoon in de machine alsnog aan gevaren wordt blootgesteld.

Detectievoorziening moet:

• Stevig zijn uitgevoerd.
• Stevig op zijn plaats worden gehouden.
• Geen bijkomende gevaren met zich brengen.
• Niet op eenvoudige wijze omzeild of buiten werking gesteld kunnen worden.
• Voldoende ver van de gevarenzone verwijderd zijn.
• Het zicht op het werk zo min mogelijk belemmeren.
• De toegang voor (onderhouds)werkzaamheden niet belemmeren.

Binnen de Grafimedia kan detectievoorziening bij de volgende machines uitkomst bieden:

• Rollensterren van rotatiepersen.
  
  

Palletiseermachines.

 

A.6        Beveiliging en aanvullende bescherming – Tweehandenbediening

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 3

Beschrijving maatregel 

Toepassen van tweehandenbediening bij een machine.

Toelichting

Tweehandenbediening kan worden toegepast als maatregel om blootstelling aan bewegende delen te voorkomen die door het ontwerp uit functioneel oogpunt niet geheel kunnen worden afgeschermd. Het beschermt de bediener tegen gevaarlijke situaties bij het bedienen van de machine. Bij tweehandenbediening wordt voorgeschreven dat één persoon de schakeling bedient.

Tweehandenbediening mag alleen toegepast worden voor gevaarlijke delen waar een afscherming of detectievoorzieningen niet mogelijk is.

De tweehandenbediening dient zo te zijn ontworpen dat deze niet gemakkelijk omzeild of overbrugd kan worden. Bijvoorbeeld door de knoppen ver genoeg uit elkaar te plaatsen zodat deze niet met één hand bediend kunnen worden.

 

A.7        Beveiliging en aanvullende bescherming – Noodstopvoorziening

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 3

Beschrijving maatregel

Toepassen van een noodstopvoorziening zodat een machine in nood veilig kan worden stopgezet.

Toelichting

Een machine moet veilig kunnen worden stopgezet. Een machine moet over een noodstopvoorziening beschikken, wanneer dit met het oog op de gevaren van de machine en de normale tijd die nodig is om de machine stop te zetten noodzakelijk is.
Een noodstopvoorziening kan in verschillende vormen uitgevoerd worden. De meest bekende is een noodstop drukknop. In sommige situaties kunnen trekkoordschakelaars uitkomst bieden, bijvoorbeeld om een groter werkgebied af te dekken. Ook worden soms voetschakelaars toegepast, afhankelijk van het ontwerp van de machine.  

Eisen voor de noodstopvoorziening:

• De noodstopvoorziening moet eenvoudig bereikbaar te zijn voor de machinebediener en omstanders.
• De zichtbaarheid moet goed zijn: rood van kleur. In geval van een drukknop voorzien van een gele achtergrond.
• Het inschakelen van de noodstopvoorziening moet leiden tot een veilige situatie; dat kan betekenen dat delen van de machine onder spanning of druk blijven staan als dit voor de veiligheid beter is (denk aan vacuümhefsystemen);
• Na bediening moet de noodschakelaar in de uitgeschakelde stand blijven staan.
• Bij het opheffen van de uitschakeling mag het uitgeschakelde deel van de installatie niet in één handeling weer worden ingeschakeld; dit moet gebeuren in twee handelingen: resetten van de noodstopvoorziening en inschakelen van de machine met de aan-uitknop.
• De noodstopvoorziening, beveiligingen en aarding van een machine moeten getest worden op goede werking volgens voorschriften van de fabrikant.

 

A.8        Beveiliging en aanvullende bescherming – Onbereikbaar maken van kant(en) van machine

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 3

Beschrijving maatregel

Het verminderen of zelfs geheel weghalen van risico’s van machineveiligheid door het onbereikbaar maken van risicovolle kanten van machines.

Toelichting

Het zadel van veel oudere planosnijmachines is (nog) niet voorzien van een beschermkap. Daardoor kun je via de achterzijde van de machine bij de persbalk komen. Met een mogelijk ongeval tot gevolg. Medewerkers hoeven voor hun dagelijkse werkzaamheden helemaal niet aan de zijkant of achterkant van de snijmachine te komen. Vandaar dat je de machine ook zodanig kunt neerzetten, dat de zijkanten en achterkanten van de machine niet bereikbaar zijn. Op die manier heb je de gevaarlijke plaatsen volledig afgeschermd. Dit neemt niet weg dat je eerst zult moeten bekijken of je een beschermkap of -scherm kunt aanbrengen over de gevaarlijke plaatsen van de diepte-instelling.

 

A.9       Beveiliging en aanvullende bescherming - Alarmsignalen

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 3

 

Beschrijving maatregel

Het toepassen van alarmsignalen om werknemers te attenderen op risicovolle situaties. 

Toelichting

Een alarmsignaal is een akoestisch of visueel signaal op de machine, zoals:

• Sirene bij het (automatisch) opstarten van een machine;
• Zwaailamp bij het (automatisch) opstarten van een machine.

Alarmsignalen van een machine moeten duidelijk waarneembaar en als zodanig goed herkenbaar zijn, rekening houdend met de werkomstandigheden en de machinegebruikers.

 

 A.10      Afdekken van restrisico’s - Veiligheidssignalering

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 4

Beschrijving maatregel

Het toepassen van veiligheidssignalering om werknemers te attenderen op risicovolle situaties.

Toelichting

Voorbeelden van veiligheidssignalering op een machine zijn:

• Indicatielampen (bijvoorbeeld: groen voor normale operatie, rood voor gevaar of noodsituatie, oranje voor actie vereist, blauw licht voor een operator actie);
• Waarschuwingspiep of gesproken waarschuwing;
• Visuele signalen op displays, zoals led-indicatoren, digitale displays of grafische interface;
• Veiligheidsborden- en stickers, waaronder waarschuwingen van gevaren, verbodsborden of gebodsborden met pictogrammen of instructies.

 

A.11      Afdekken van restrisico’s – Machine-instructiekaarten

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 4

Beschrijving maatregel

Ontwikkelen van machine-instructiekaarten met schriftelijke gebruiks- en veiligheidsinstructies.

Toelichting

Wanneer ondanks inherent veilige ontwerpmaatregelen, beveiliging en het nemen van aanvullende beschermende maatregelen toch restrisico’s overblijven, moeten de restrisico’s worden afgedekt met het informeren van werknemers over gebruiks- en veiligheidsinstructies en de toe te passen PBM. De bij een arbeidsmiddel behorende gebruiksaanwijzing moet in begrijpelijke vorm ter kennis worden gebracht van de betrokken werknemers.

Om deze informatie op begrijpelijke wijze aan te bieden aan de werknemers dienen voor alle machines schriftelijke gebruiks- en veiligheidsinstructies opgesteld te worden in de vorm van een machine-instructiekaart. Gebruik bij voorkeur weinig tekst en maak gebruik van foto’s en pictogrammen. Plastificeer de kaart en plaats de kaart goed zichtbaar dicht bij de werkplek. Gebruik de kaarten bij de arbovoorlichting.

Inhoud van de machine-instructiekaart:

• Gegevens van de machine (merk, type, bouwjaar).
• Bedoeld gebruik van de machine.
• Samenvatting risico’s.
• Samenvatting van (veiligheids)maatregelen.
• Pictogrammen: gevaren, verboden en toe te passen PBM.
• Algemene informatie.
• Afwijkingen.

 

 

A.12      Afdekken van restrisico’s – LoToTo-procedure

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 4

Beschrijving maatregel

Toepassen van een Lock out – Tag out – Try-out procedure (LoToTo).

Toelichting

Wat houdt LoToTo in?

• Lock Out = blokkeren. Om te kunnen blokkeren moet je weten welke energiebronnen uitgeschakeld moeten worden om veilig aan de machine te kunnen werken. Mogelijke energiebronnen kunnen zijn: elektriciteit, pneumatiek en hydrauliek, chemische stoffen en restenergie. 
• Tag Out = labelen
• Try Out = testen van de blokkering

Een Lock out – Tag out – Try-out procedure (LoToTo) voorkomt dat machines of machinelijnen worden ingeschakeld terwijl er nog medewerkers zijn die storings-, onderhouds-, productie-, omstel-, of schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren. De kern van de procedure is dat de energiebron(nen) en afsluiters afgesloten en beveiligd zijn tegen wederinschakeling. De gehele werkwijze wordt uitgewerkt in een LoToTo-procedure. Deze procedure is nodig bij alle machines en installaties waar ongewenste herinschakeling mogelijk is en risico’s met zich meebrengt. Tijdens standaard (productie)werkzaamheden mogen er onder geen enkele omstandigheid veiligheidsvoorzieningen omzeild of verwijderd worden. Voor schoonmaak of onderhoudswerkzaamheden kan het noodzakelijk zijn dat dit gebeurt. Bijvoorbeeld om beter bij diepgelegen machinedelen te komen.

Onderhouds-/schoonmaakwerkzaamheden
Onderhoudswerkzaamheden aan een arbeidsmiddel worden slechts uitgevoerd indien het arbeidsmiddel is uitgeschakeld en drukloos of spanningsloos is gemaakt. Ook gevaren vanuit restenergie in de machine moeten zijn weggenomen voordat de werkzaamheden plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan gevaren vanuit zwaartekracht (zakkende delen). Na afschakeling en spanningsloos en drukloos maken van de machine, dient LoToTo toegepast te worden. Bijvoorbeeld door een persoonlijk werkslot op een daarvoor bestemd slotgat in een werkschakelaar of LoToTo-voorziening te plaatsen.

Binnen de Grafimedia is het mogelijk dat de LoToTo-procedure ook toegepast dient te worden bij bepaalde schoonmaakwerkzaamheden. Dit dient per machine beoordeeld te worden. 

Indien het toepassen van LoToTo niet volledig mogelijk is dan dienen op basis van een taakrisicoanalyse (TRA) lokale maatregelen genomen te worden om te voorkomen dat een medewerker wordt blootgesteld aan de gevaren van de machine. Bijvoorbeeld door het plaatsen van borgen, lokale afscherming, gebruik van lockboxen voor het beveiligen van afsluiters, drukregelaars of schakelaars.

Praktische aspecten

• Bepaal binnen de organisatie voor welke machines, onder welke condities en bij welke gebruiksfase LoToTo toegepast dient te worden.
• Zorg dat de machine of installatie geschikt is om LoToTo op te kunnen toepassen.
• Zorg dat per machine duidelijk is op welke wijze LoToTo toegepast dient te worden. Leg dit vast in een instructie.
• Zorg ervoor dat de LoToTo-procedure op schrift is gezet en aanwezig is op werkplek waar deze moet worden toegepast (bijvoorbeeld in een gemarkeerd kastje).
• Train de betrokken medewerkers in het toepassen van de LoToTo-procedure.
• Zorg bij hoog risicowerk voor een werkvergunning, zodat het werk gemeld wordt en dat een duidelijk aangewezen en deskundig persoon de leiding over de LoToTo-werkzaamheden heeft.

 

A.13      Afdekken van restrisico’s – Aandacht voor orde en netheid

Type oplossing: Collectieve maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 4

Beschrijving maatregel

Het besteden van continue aandacht voor orde en netheid bij het werken met machines. 

Toelichting

Bij het werken met materialen en machines kunnen grote risico’s ontstaan wanneer er niet genoeg aandacht wordt besteed aan orde en netheid.

Wat kan je doen?

• Houd de werkruimte vrij van onnodige materialen, rondslingerend gereedschap, rondslingerend verpakkingsmateriaal en voorraden die in de weg staan.
• Voorkom te veel gereed product op de werkvloer omdat er niet tijdig afgevoerd wordt.
• Voorkom gladde, oneffen, beschadigde of vervuilde vloeren.
• Voorkom losliggende kabels, dozen en kabelgoten op de grond.
• Geef materieel, gereedschappen en middelen een vaste plek. Markeer eventueel op de vloer/muur waar het hoort te staan/hangen.
• Zorg voor voldoende verlichting om het werk veilig te kunnen voeren.
•  

Duidelijke afspraken maken en communiceren:

• Maak duidelijke afspraken over orde en netheid, over hoe vaak opgeruimd moet worden en wie dat moet doen.
• Geef medewerkers periodiek instructie over de noodzaak van orde en netheid.
• Houd aantoonbaar toezicht op orde en netheid, bijvoorbeeld door medewerkers meteen aan te spreken en het lopen van periodieke werkplekinspecties. 

Voorbeeld van een werkomgeving waar aandacht is voor orde en netheid ((bron: Grafimedia)

 

A.14      Afdekken van restrisico’s – Persoonlijke beschermingsmiddelen

Type oplossing: Individuele maatregel

Plaats arbeidshygiënische strategie: stap 4

Beschrijving maatregel

Het inzetten van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) bij machineveiligheid.

Toelichting

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) kunnen bij machineveiligheid ingezet worden om restrisico’s af te dekken. Aandachtspunten zijn:

• Goede selectie en inkoop van PBM: Om te zorgen dat het juiste PBM bij de medewerker terecht komt is het belangrijk om bij de aanschaf te weten welke specifiek PBM ingekocht moet worden. De PBM moeten goed afgestemd zijn op de kenmerken van de gebruiker, bijvoorbeeld goed passende handschoenen.

De werkgever moet ervoor zorgen dat PBM aangeschaft worden die CE-gemarkeerd zijn. De CE-markering kan niet altijd op de PBM zelf geplaatst worden. In dat geval moet het verpakkingsmateriaal de CE-markering dragen.

• Voorlichting en instructie geven: Het is belangrijk om aandacht te besteden aan training en instructie voor medewerkers die de PBM (gaan) gebruiken. Voor elke medewerker moet het duidelijk zijn voor welke werkzaamheden welke PBM's ingezet moet worden. Er dient daarom gezorgd te worden voor goede voorlichting en instructie over de PBM. Het is van belang dat iedere werknemer weet dat hij/zij ook verantwoordelijk is voor het onderhouden, reinigen en netjes opbergen van de door hem gebruikte PMB. Denk hierbij aan het vervangen van kapotte handschoenen.
• Aangeven op machine-instructiekaarten: Geef op de machinekaarten en op de machine zelf aan welke PBM's de medewerkers moeten dragen.
• Toezicht houden op goed gebruik en onderhoud: Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn alleen effectief als zij juist gebruikt en onderhouden worden. De leidinggevenden moeten erop toezien dat PBM ook daadwerkelijk gebruikt en onderhouden worden. Het gebruik van PBM’s is niet vrijblijvend. Leidinggevenden zijn verantwoordelijk voor effectief toezicht en medewerkers zijn verantwoordelijk voor juist gebruik.

De PBM die we doornemen gaan over machineveiligheid. Bij het werken met machines worden echter vaak ook PBM ingezet die niet zozeer met machineveiligheid te maken hebben, maar met andere fysische risico’s die bij de machines aanwezig zijn, zoals gevaarlijke stoffen of schadelijk geluid. In Arbocatalogusthema 5 ‘Werken met gevaarlijke stoffen’ en Arbocatalogusthema 4 ‘Geluid op de werkplek’ gaan we in op deze specifieke PBM, zoals gehoorbescherming, adembescherming en handschoenen voor gevaarlijke stoffen.

 

Soorten PBM voor bij machineveiligheid

 

Snijbestendige veiligheidshandschoenen

Snijbestendige veiligheidshandschoenen beschermen de handen tegen snijgevaar bij ruwe oppervlakken of scherpe delen.

 

 

 

 

Voorbeeld van snijvaste handschoenen

 

Veiligheidsbril

Een veiligheidsbril moet gebruikt worden wanneer er een risico aanwezig is voor oogbeschadiging, bijvoorbeeld bij wegschietend materiaal.

 

Voorbeeld van een veiligheidsbril

 

Veiligheidsschoenen met antislipzolen

Veiligheidsschoenen met antislipzolen voorkomen pletgevaar en uitglijden. Ze zijn verplicht in werkruimtes waar zware goederen en voorwerpen worden verplaatst en in ruimten waar er uitglijdgevaar bestaat. Veiligheidsschoenen moeten ook geschikt zijn om een steunzool te kunnen bevatten.

 

 

 

 

Voorbeeld van veiligheidsschoenen

 

Nadat de risicobeoordeling uitwijst dat veiligheidsschoenen nodig zijn, dan kan de keuzeboom voor veiligheids- & werkschoeisel inkopers en gebruikers ondersteunen bij de keuze.