2. Arbeidshygiënische strategie

Bij de aanpak van machineveiligheid moet de werkgever de ‘arbeidshygiënische strategie’ hanteren, zoals beschreven in de arbowet. Aanvullend daarop wordt voor risicoreductie bij machines een strategie beschreven in ontwerpnorm EN-ISO-12100:2010. In grote lijnen sluit deze strategie aan bij de arbeidshygiënische strategie zoals beschreven in de Arbowet. Bij machineveiligheid wordt de onderstaande strategie gehanteerd. Deze strategie is erop gericht dat je per risicovolle werksituatie als eerste oplossingen kiest die het meest effectief zijn, dat wil zeggen waarmee je het risico verminderd of geheel wegneemt. De strategie bestaat dan ook uit een aantal opeenvolgende stappen. Pas als de ene stap redelijkerwijs niet mogelijk is of onvoldoende verbetering oplevert, kan een oplossing (of meerdere oplossingen) uit een volgende stap overwogen worden.

Onderstaand zijn beide strategieën van risico reductie uit de Arbowet en ontwerpnorm EN-ISO-12100 gecombineerd om tot een werkbare strategie te komen voor machineveiligheid.

Stap 1: Gevaar wegnemen - bronaanpak

De eerste stap in de arbeidshygiënische strategie is het wegnemen van het gevaar – de bronaanpak. Deze aanpak heeft altijd de voorkeur. Voorbeeld van bronaanpak bij machineveiligheid is het vervangen van risicovolle machines of risicovolle onderdelen van machines door een veiliger alternatief.

Stap 2: Inherent veilige ontwerpmaatregelen - risicoreductie

De tweede stap in de arbeidshygiënische strategie zijn inherent veilige ontwerpmaatregelen. Deze nemen gevaren weg of reduceren de samenhangende risico’s door een geschikte keuze van technische oplossingen in de machine zelf en/of wisselwerking tussen de blootgestelde personen en de machine.

Stap 3: Beveiliging en aanvullende beschermende maatregelen - risicoreductie

De derde stap is het toepassen van beveiliging en nemen van aanvullende beschermende maatregelen om het resterende risico na stap 2 verder te reduceren.

Stap 4: Afdekken van de restrisico’s – informeren voor gebruik

Waar er risico’s overblijven ondanks inherent veilige ontwerpmaatregelen, beveiliging en het nemen van aanvullende beschermende maatregelen, moeten de overblijvende risico’s worden afgedekt door werknemers te informeren voor gebruik.